De voor ruig terrein geschikte Unimog, vertegenwoordigt meer dan 75 jaar ontwikkelingservaring: met portaalassen, vierwielaandrijving, bandenspanning-regelsysteem, differentieelsperren in beide assen en een extreem torsieflexibel chassis komen de U 4023 en de U 5023 ook op ruig terrein vooruit. Bijvoorbeeld door TireControl plus: door de vooringestelde modi "Straat“, "Zand“ en "Slecht wegdek“ kan de correcte bandenspanning heel eenvoudig en automatisch met een druk op de knop worden geselecteerd.
Kent geen grenzen.
Neemt bijna iedere horde.
Met de inschakelbare vierwielaandrijving komt het voertuig zelfs op moeilijk terrein gestaag vooruit. Om te zorgen dat er geen wiel doordraait, kunnen differentieelsperren worden ingeschakeld. Ook het principe van de enkelluchtbanden is doordacht: De achterwielen volgen het spoor van de voorwielen en gebruiken zo de stabiliteit van het reeds aangereden rijvlak.
De motor is in het midden onder de cabine gepositioneerd. Daarmee wordt een gelijkmatige verdeling van de asbelasting bereikt. dit heeft een positief effect op het rijgedrag van het voertuig. Als de Unimog moet afremmen, gebeurt dat met het pneumatische remsysteem met offroad-ABS, lastafhankelijke remkrachtregeling (ALB) en schijfremmen op alle vier de wielen.
Uniek chassisconcept.
Flexibel en robuust in het gebruik.
De basis van de terreingeschiktheid van de Unimog U 4023 en Unimog U 5023 is het gekropte chassis met in dwarsrichting ingelaste draagbuizen. Deze maakt door zijn torsiecapaciteit in combinatie met de aandrijfasbuistechniek en de 3-punts-ophanging van motor, transmissie, cabine en opbouwen een diagonale tordering van maximaal 600 mm mogelijk. Omdat het chassis compleet gelast is, houdt hij bij torderingen langdurig stand. Door kroppen wordt tegelijkertijd een lager zwaartepunt bij grotere bodemvrijheid bereikt. Daarvoor zorgen ook de portaalassen die kenmerkend zijn voor de Unimog. En door de asymmetrische vormgeving van de asdifferentiëlen kunnen hindernissen eenvoudiger worden genomen.
Korte chassisoversteek voor en achter resulteren in grote aan- en afloophoeken, zodat er bijna geen terrein te steil is voor de Unimog. Daarbij komt: waterbestendige onderdelen, de hooggeplaatste luchtinlaat en de hooggeplaatste ontluchtingsleidingen maken het mogelijk waterdiepten tot maximaal 800 mm (optioneel 1200 mm) te doorwaden.
Asophanging met aandrijfasbuis.
Door de aansluiting van de assen met aandrijfasbuis en aandrijfkogel op de transmissie is een wieluitslag tot maximaal 30° mogelijk. En de hermetische afdichting beschermt de aandrijfas tegen verontreinigingen als stof, water en andere invloeden op het terrein.