De Arocs-trucks van de Schick Group transporteren elementen van gewapend beton voor de bouw van een nieuwe terminal op het vliegveld van Frankfurt. Het gewicht van de kolossen: tot 44 ton – maar dat is het probleem niet.
Pijlers voor het megaproject.
Beetje bij beetje groeit in het oostelijke deel van de Frankfurter luchthaven de nieuwe Terminal 3. Maar liefst 25 miljoen passagiers per jaar moeten hier jaarlijks afgehandeld kunnen worden. Ook van de partij: de Schick Group uit Bad Kissingen. De groep draagt de verantwoordelijkheid voor de bouw van de pieren H en J en van de haast 70 meter hoge toren. Geen geringe opgave: alleen gate J is al 600 meter lang en bestaat uit drie niveaus.
“We zetten bijna 70 voertuigen van meer dan 7,5 ton in”, vertelt wagenparkbeheerder en coördinator Stefan Eichholz. “Voornamelijk Arocs als betonmixers, kippers en trekkers.” Voor de nieuwbouw van Terminal 3 is zijn team momenteel belast met het transport van 86 Y‑pijlers van gewapend beton. Gewicht van de afzonderlijke pijlers: van 22 tot krap 44 ton, de reden dat de Schick‑chauffeurs alleen ’s nachts mogen rijden.
Lastige omstandigheden.
Zoals nu, om 0.40 uur op de parkeerplaats “Schwarze Pfütze”, vlak voor de oprit naar de A71, waar de Schick‑crew nog eens uitstapt om de zware kettingen die de lading verankeren aan te trekken. Het is maart, de afgelopen week bracht de eerste warme dagen van het jaar met zich mee. Toch is het nu weer ijzig koud.
Tot nu toe liep alles vlot, maar het is nog wel 210 kilometer naar het vliegveld. Het normaal gesproken stikdonkere trajectgedeelte wordt door de lichten van de voertuigen zacht oranje verlicht. De politiewagen die het konvooi heeft begeleid over de snelwegen en provinciale wegen, begint aan de terugreis.
“We zijn op tijd vertrokken, dat is al heel wat”, zegt chauffeur Walter Kleinhenz. Hij kent de route. Vandaag zijn de omstandigheden echter nog moeilijker dan anders: zijn Arocs transporteert een Y-element van 37,5 ton. “Daar heeft de Arocs geen enkele moeite mee. De uitdaging zit hem in de breedte van 5,40 meter. Dat kan wel eens krap worden”, zegt Kleinhenz.
De efficiënte oplossing.
“Onze trekkers zijn vaak met zware ladingen onderweg. Met de Arocs hebben we daar een efficiënte oplossing voor gevonden”, vertelt Stefan Eichholz, die in 2015 de leiding over het wagenpark van het bedrijf heeft overgenomen.
Het konvooi heeft zich weer in beweging gezet. Walter Kleinhenz werpt een blik op het display van de MirrorCam op de linker A‑stijl. “Het systeem is voor ons echt een grote hulp. Als ik met de trailer een bocht maak, draait het beeld mee. Zo heb ik altijd alles tot aan de achterkant in het oog.”
Overdag laden. ’s Nachts vervoeren.
Om het vervoer van de kolossen van gewapend beton te realiseren, laadt een team van de Schick Group de Y-pijlers ’s middags al met een portaalkraan op de vierassige oplegger. Met lading en al worden de twee Arocs-trucks vervolgens voor de fabriek klaargezet. Tegen 4 uur ’s ochtends komt de ploeg aan bij de luchthaven. Daar beginnen de collega’s van de systeembouw met het lossen. Daarna gaat het terug naar Bad Kissingen en begint alles weer van voren af aan.
86
Y‑pijlers van gewapend beton levert de Schick Group aan voor de nieuwe Terminal 3 van de Frankfurter luchthaven.
“Als ik met de trailer een bocht maak, draait het beeld mee. Zo heb ik altijd alles tot aan de achterkant in het oog.”
“Tocht wordt het geen routine”, zegt Stefan Eichholz. “Het project is voor ons allemaal een uitdaging. Maar het is ook echt heel interessant.” Die uitdagingen zijn echter niet kinderachtig: de week-rijtijden van de chauffeurs, slecht weer of onvoorzien wegwerkzaamheden die vrijwel onmogelijk te passeren zijn met de extra brede lading. “Daarom hebben we mensen nodig die daar flexibel op kunnen reageren. Goede chauffeurs zou ik meteen aannemen.” Eichholz heeft medewerkers nodig op wie hij kan vertrouwen. Sinds een paar maanden is zijn vader ook bij de zware transporten van de Schick Group, die bestuurt vannacht een van de begeleidende voertuigen.
66,5 ton treingewicht.
Voor het konvooi ligt nu een lange stijging. De achterlichten van het voorste begeleidende voertuig nemen afstand. De 66,5 ton treingewicht zijn nu toch wel voelbaar. De rechtervoet van chauffeur Walter Kleinhenz drukt het gaspedaal zachtjes in. De 390 kW van de motorwagen brengen de Arocs moeiteloos weer in positie. Ook de tweede Arocs in het konvooi sluit zich weer aan.
Inmiddels is de colonne van de A3 afgeslagen naar de A5 richting Bazel. Verderop ligt het lastigste deel van de route, en vandaag, met een van de zwaarste klassen van Y‑elementen achterop, wordt het met dank aan wegwerkzaamheden nog even echt heel krap. Walter Kleinhenz hangt zijn mobilofoon in de houder. De Arocs remt af en manoeuvreert de enkele rijstrook op. Kleinhenz wijst op de displays van de MirrorCam. Links en rechts is er maar 15 centimeter over tot aan de betonnen muren. Tot aan de afrit is volledige concentratie geboden. Behoedzaam gaat het konvooi voorwaarts.
Het is nu 03.50 uur in de vroegte. De voertuigen bereiken de inrit naar de bouwplaats.
Op het terrein van het vliegveld waait een bitterkoude wind. Straks moet iedereen nog een keer uitstappen om de ladingverankering en de verlichting te verwijderen. Daarna wordt alles dan uitgeladen. “Zo was het gisteren tenminste.” Dus toch routine? Kleinhenz lacht, stapvoets stuurt hij er de combinatie de bouwplaats op. “Nee, routine kun je dat toch echt niet noemen.”
Opmerking: De op het moment van de foto- en filmopnamen geldende hygiëneregels in verband met de pandemie zijn nageleefd.
Foto’s: Alexander Kraus
Video: Martin Schneider-Lau